Vorig jaar vroegen 5814 mensen de Vlaamse OndersteuningsPremie (VOP) aan via VDAB. Dat zijn er 9% meer dan in 2021, toen 5291 mensen een handicap steun vroegen voor hun tewerkstelling, als werknemer, uitzendkracht, leerkracht of zelfstandige. Dat blijkt uit het antwoord op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Robrecht Bothuyne (CD&V): ‘ de stijgende tendens is belangrijk. Er is nog veel onbenut potentieel voor de Vlaamse arbeidsmarkt bij de groep van mensen met een handicap en langdurige zieken. Werk kan voor deze mensen ook belangrijk zijn in kader van herstel of gewoon om het eigen sociaal netwerk uit te bouwen.’
De VOP compenseert de lagere productiviteit én eventuele extra kosten die de gezondheidsproblemen van de werknemer met zich meebrengen. Vanaf 1 juli gaat de VOP over in het nieuwe systeem van individueel maatwerk. Bothuyne: ‘Met individueel maatwerk zorgen we voor een pak meer mogelijkheden voor mensen met een arbeidshandicap of langdurige ziekte om aan de slag te gaan. De werkgever ontvangt daarbij een loonpremie, van 20 tot 75% van het referentieloon uit de betrokken sector. Daarnaast komt er ook, en dat is helemaal nieuw, een begeleidingspremie voor werkgevers die iemand met een arbeidsbeperking in dienst nemen.’
Mensen met een handicap zijn nog steeds ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt. Om hen te ondersteunen heeft Vlaanderen sinds 2016 de Vlaamse OndersteuningsPremie in het leven geroepen. En dat is nodig. Want de groep waar het om gaat is groot en velen onder hen zijn, ongewild, niet aan de slag. Zo zijn er op dit moment ongeveer 35000 mensen met een handicap als werkzoekende ingeschreven bij VDAB. En eigenlijk is de groep van mensen met een handicap of langdurige ziekte nog veel groter. Vorig jaar gaven 602.000 personen aan een vorm van hinder te ervaren, door ziekte of handicap. Dit komt overeen met 14,4% van de bevolking op arbeidsleeftijd, of ongeveer één Vlaming op zeven. Ongeveer de helft is aan de slag. Ter vergelijking: 10 jaar geleden was de werkzaamheidsgraad in deze groep nog lager dan 40%.
Bothuyne: ‘Meer is mogelijk. Daarom is het belangrijk om het systeem van individueel maatwerk breed bekend te maken; via artsen, paramedici, loopbaanbegeleiders, HR-dienstverleners, vakbonden, werkgevers, ziekenfondsen, enzovoort. Een grote campagne kan ervoor zorgen dat we veel meer mensen met een beperking kansen krijgen op de arbeidsmarkt.’